Samenwerken heeft (nog steeds) de toekomst

Tijdens een van de bijeenkomsten dit voorjaar van de ondernemers vereniging UOV De Kring, was het thema gericht op het ideaalbeeld van Uden in 2030. En hoe we daar met z?n allen invloed op kunnen uitoefenen. Daarvoor nam historicus Frans Govers ons eerst mee terug in de tijd, naar 1946, toen Uden nog een echte plattelandsgemeenschap was. Vanaf dat jaar tot 1975 is Uden uitgegroeid tot de industri?le samenleving van nu. Hij toonde aan dat het model van toen nu nog actueel is.

In 1946 bestond Uden enkel uit een verzameling van vier gehuchten met een paar boerderijen en veel kersenboomgaarden. Voornamelijk agrarische bedrijven en laag opgeleide mensen: scholen waren er niet bijvoorbeeld. Alleen seminaries, maar daar werden priesters opgeleid, geen kinderen. Het gemeentebestuur van die tijd zag in dat Uden op deze manier geen toekomst zou hebben. Er werd gelobbyd bij de provincie en in Den Haag: we zitten hier met een dorp op een dood spoor. Hoe gaan we dat oplossen?

Conclusie: industrialiseren. De Udense inwoners van die tijd wisten niet eens wat dat betekende. Toch wilde de gemeente industrie naar Uden halen en kondigde aan dat ze dat samen met alle inwoners wilde realiseren. Op een braakliggend terrein, waar geen kersenbomen groeiden, werden een paar bedrijfshallen geplaatst. Dat was uniek, alleen Emmen deed dat ook. De gemeente riep: hier in Uden staat een hal, kom hierheen! Het Amsterdamse Iduna ging als eerste op het aanbod in. Moet je je voorstellen, nauwelijks opgeleide boerengezinnen en een fabriek uit Amsterdam: dat was een enorm cultuurverschil! Uden had geen middenkader, geen leiding, alleen arbeiders. De gemeente had er een taak bij: ervoor zorgen dat de sociale cultuur ging kloppen. Daartoe werd een middenkader naar Uden gehaald, de lokale bevolking werd gestimuleerd in de fabriek te gaan werken, opleidingen werden op poten gezet? en daar moest de kerk dan ook nog allemaal mee eens zijn.

Waar het eigenlijk op neerkwam is dat er een samenwerking tussen allerlei verschillende partijen nodig was om dit plan te laten lukken. En het lukte, zelfs zonder al te grote conflicten. Dat was in die tijd redelijk uniek. Net zoals het in die tijd redelijk uniek was dat meneer pastoor het goed vond dat de boerendochters niet op het land gingen werken, maar bij Iduna BH-haakjes gingen stikken. Die kinderen kwamen thuis en durfden niet eens te zeggen dat ze aan een BH gewerkt hadden. En dan het Kruisherencollege, dat ineens de deuren moest openen voor boerendochters en -zonen; dat wilden ze eigenlijk helemaal niet. Een complex verhaal van allerlei sociale groepen, die toch moesten samenwerken.

Het is die samenwerking die mij fascineert: binnen dertig jaar van vier gehuchten uitgroeien tot een bloeiend industriedorp is knap! Dat de gemeente dit destijds echt wilde laten slagen, heeft zeker bijgedragen aan het succes. Ik kende deze geschiedenis van Uden helemaal niet, en vond het mooi om te zien dat het van alle tijden is dat je door samenwerking verder komt. Het was een soort bevestiging, want bij Metaalplan doen we het al jaren. Wij halen bewust niet alle disciplines in huis. We houden wel altijd de regie in handen, maar maken op bepaalde gebieden gebruik van specialisten. Net zoals Uden destijds deed: zij hield de regie maar maakte gebruik van de kennis van anderen en zorgde ervoor dat alle partijen gezamenlijk tot een goed eindresultaat kwamen.

In al die jaren is dat dus niet verandert: als je verder wil komen heb je elkaar nodig, dat was toen, dat is nu, en dat zal in de toekomst alleen nog maar meer gaan spelen. Daar ben ik echt van overtuigd!

Samenwerken heeft (nog steeds) de toekomst (1)

Dit blog is toegevoegd op maandag 6 oktober '14